Zitten voor de televisie
Noem hem Jan en haar Marijke
Er staat een mens in brand
Voor vrede gaan ze over lijken
Eenmaal aan tafel is moeder
Op alle borden kwaad
Vader zegt nooit wat
Die neemt alvast zijn eerste
Het eten smaakt niet
Als niemand erbij praat
Zitten voor de televisie
Noem hem Jan en haar Marijke
In de woestijn is het zo droog
Naar dode baby's kijken
En in de keuken heeft moeder
Ruzie met de vaat
Vader doet nooit iets
Die zegt niet eens gedag
Hij zegt alleen iets
Als er iets niet mag
Ik ben niemand
Ik ben te dik
En als ik iets zou kunnen
Wat moet ik er dan mee
Zitten voor de tv
Zitten op het donzen dekbed
Noem hem Jan en haar Marijke
Opgevouwen kleren in de stoel
Niemand is te bereiken
En in haar bed verstopt moeder
Haar hoofd diep in het kussen
Pa staat te schreeuwen
Die hoor je zelfs op straat
Stil zitten hopen
Dat hij haar niet slaat
Ik ben niemand
Ik ben mislukt
En als ik iets zou kunnen
Wat moet ik er dan mee
Geen idee
En als ik iets zou hebben
Dan geef ik het aan jou
Ik heb het niet meer nodig
Als ik ophou