De mensen zij gaan door de straten
De mensen zijn altijd alleen
De woorden zijn leeg die ze praten
Hun ogen zijn kouder dan steen
Er zijn zoveel mensen die haten
Er is haast geen hart dat bemint
De mensen zijn altijd verlaten
En over de stad waait de wind, de wind
O de wind is altijd prijs
O de wind is altijd prijs
De wind in Amsterdam en in Parijs
De wind is weleens zwart en de wind is weleens grijs
Maar de wind, de wind is altijd prijs
O de wind met windkracht tien en de wind met windkracht drie
De wind is altijd vol wan broze sfeer en poëzie
De wind die is een wonder, want hij doet het nog steeds best
In een dichterlijk chanson, maar ook in folksong en protest
De wind heeft een vrouw en drie neven
De wind heeft een man en een broer
Dat staat in de liedjes geschreven
Van menig chanson-troubadour
Ik zou weleens graag willen weten
Voordat het refrein weer begint
Waarom zijn er zoveel poëten
The answer is blowing in the wind, the wind
O de wind die is je dit en de wind die is je dat
De wind over de velden en de stad
O de wind is weleens droog, maar de wind is meestal nat
De wind, de wind is meestal nat
Langs de huizen, langs de bomen, langs het grind
Een natte wind, een natte wind, een natte wind