D'r woont hier naast, boven Van Vliet
'n Vent die noemde ze Kwaaie Piet
Als j'in de weg liep, kreeg je een hoek
De hele buurt scheet voor 'm in z'n broek
Hij was een plaag voor elke vent
Ze liepen voor hem om, ja, ook de wijkagent
Want hij sloeg je plat als een cent
Wel, Piet raakte aan de vrouw
En jeetje, kijk 'm nou
Kwaaie Piet heet nu Dooie Pier
Is getemd door haar, z'n cipier
Was eens de schrik van heel de stad
Nu roept 'n ieder: "Ha, die lieve Pietje, schat!"
Vuisten als hamers, sterk als een beer
Maar steeds naar huis toe als een speer
Kwaaie Piet doet niemand meer kwaad
Staat stof te zuigen, en hij doet de vaat
Vroeger was het vechten, en ieder als de dood
Nu zit 'ie heel de dag bij mams op schoot
Kwaaie Piet heet nu Dooie Pier
Kwaaie Piet doet niemand meer kwaad
Staat stof te zuigen, en hij doet de vaat
Vroeger was het vechten, en ieder als de dood
Nu zit 'ie heel de dag bij mams op schoot
Kwaaie Piet heet nu Dooie Pier