Wij hadden zoveel feestjes
Wij gingen uit in de Meibloemstraat
Vroeger had je de Casino hier in Gent
Och mijn jong toch
En overal waren er danstenten hé
Weet je waar ik ook veel ging dansen? In't park!
Daar mocht ik van mijn pa niet naar toe, hij wist dat niet
Mijn zuster nam mij mee
Waar is die tijd naar toe?
Tot morgen
Alleja er wordt hier ook gefeest hé
Tot morgen
Dat is zo plezant hé
Bah ja hé
Ja santé
Nu is dat tsjoenke, tsjoenke, tsjoenke
Ge moogt op mijn schoot zitten
Dat is niet meer voor de kindjes hé
Ken ik u?
Ja
Woehoe!
Dankjewel
I'm not your darling!
Kom eens bij mij
Zoeteke, poezeke
Ik danste zo graag
Oh, we gingen veel uit hoor
Tot een stuk in de nacht
Gij zijt toch nogal een mens, zei hij dan
Maar je had van uw zondag niets, hé!
Ja...ik heb het gehad hé, ja
Dat is het enige wat we hebben in ons leven
Ons goed amuseren en eens wat plezier maken
Tot 's anderdaags 's morgens!
Ik heb gehoord dat gij u heel goed kunt amuseren
Je hebt mannen die plezant zijn, en je hebt dan vrouwen die plezant zijn
De mannen in hun onderbroek en de vrouwen in hun combinaison!
Oh, wij hebben wat uitgestoken hoor!
De vrouwen kunnen goed feesten, hé!
Dat is toch geen doodzonde?
Mag ik een beetje dichter komen?
Ah, dat is een interessante vraag
Er danste iemand met mij, hij draaide en hij liet mij los
En ik lag met mijn rug op die bar zeg!
Zwoep!
Mijn klein waterloopje
Schatteke, poezeke
Dankjewel
Met de natte spons ben ik daar!